Criminaliteit. Hoe erg is het?
Opdracht bij leertekst.
1. 1. Justitie maakt onderscheid tussen veelvoorkomende criminaliteit en zware criminaliteit. Vul onderstaand schema in door kruisjes te plaatsen.
Soort misdrijf |
Veelvoorkomende criminaliteit |
Zware criminaliteit |
Roof onder bedreiging van een wapen |
|
|
Verkrachting |
|
|
Stelen van een fiets |
|
|
Bankoverval |
|
|
Vernielen van autospiegels |
|
|
Een criminele afrekening |
|
|
Het dumpen van chemisch afval |
|
|
Drugshandel |
|
|
Heling |
|
|
Zakkenrollen |
|
|
2. 2. Niet alle overtredingen en misdrijven zijn even erg. Breng in de tweede kolom jouw volgorde aan. Gebruik de getallen 1 tot en met 10. Begin met wat in jouw ogen het minst erg is en zet daarbij het cijfer 1.
Willekeurige volgorde |
Mijn volgorde |
Met een wapen op zak de school binnengaan. |
|
Zonder kaartje met de trein reizen. |
|
Jaarlijks 4.500 euro zwart verdienen. |
|
Op kleine schaal softdrugs dealen aan vrienden. |
|
Mascara of een pakje kauwgum jatten. |
|
Een fiets die niet op slot staat meenemen. |
|
Een leraar uitschelden en bedreigen. |
|
Illegaal gekopieerde muziek doorverkopen. |
|
De nieuwe sportschoenen van een klasgenoot afpersen. |
|
Doorrijden na een ongeluk. |
|
3. klik hier en maak hoofdstuk 1. (Paragraaf 1.1 / 1.2 / 1.3.)